Overslaan en naar de inhoud gaan

Na kanker en hartfalen zijn beroertes de derde doodsoorzaak.
In België krijgen elke dag ongeveer zestig mensen een beroerte. Een deel van hen blijft achter met een blijvende en soms ernstige handicap en een verminderde zelfredzaamheid als gevolg.
En toch kunnen ernstige letsels of dodelijke afloop vaak vermeden worden als de bloedklonter vlot behandeld wordt. De symptomen snel herkennen en de hulpdiensten tijdig verwittigen is essentieel.

ZOL beschikt over een gespecialiseerd beroertecentrum met een erkenning van de European Stroke  Organisation (ESO).
Die erkenning staat borg voor de goede kwaliteit van onze acute beroertezorg.

 

Op 29 oktober is het Wereld Beroerte Dag, naar aanleiding van deze dag zal er op vrijdag 27 oktober een infostand staan in de inkomhal van ZOL Genk, campus Sint-Jan.
Bezoekers en patiënten kunnen er terecht voor info over beroertes en om hun bloeddruk te laten meten, dit om eventuele onderliggende hypertensie te detecteren.
Ze benadrukken er ook nog eens het belang van snel te handelen. Want elke minuut telt!

We gidsen u hier alvast door de zorgketen in ZOL.

1. Doe de FAST-test en bel 112
Herken je de symptomen van een beroerte, bel je best zo snel mogelijk het nummer 112. Iedere minuut telt, doe de FAST-test en beschrijf de symptomen aan de telefoon.

2. Ambulance 
Op aangeven van de noodcentrale (112) rukt het ambulanceteam onmiddellijk uit. Wordt het vermoeden van een beroerte bevestigd, informeert het team de dienst Spoedgevallen. Het beroerteteam wordt opgeroepen. Zo wordt er in deze acute fase belangrijke tijd gewonnen.

3. Dienst Spoedgevallen 
Het beroerteteam (spoedarts, radioloog en neuroloog) wacht de patiënt op en voert zo snel mogelijk een CT-scan uit op de dienst Spoedgevallen. Gaat het inderdaad over een beroerte, start er een behandeling met een bloedverdunner (thrombolyse). Er wordt gestreefd naar een deur-tot-naaldtijd van dertig minuten.

4. Interventioneel centrum
Toont de CT-scan de verstopping van een groot bloedvat, wordt de patiënt overgebracht naar het Interventioneel centrum op campus Sint-Jan in Genk. Daar verwijdert de interventioneel radioloog de bloedklonter door een katherisatie (thrombectomie).

5. Intensieve Zorgen 
Na een thrombectomie verblijft de patiënt minstens een dag op de dienst Intensieve Zorgen. Daarna wordt de patiënt overgebracht naar de Stroke Unit, een afdeling gespecialiseerd in het monitoren van patiënten met een beroerte. 

6. Stroke Unit 
Elke persoon met een acute beroerte verblijft minstens een dag op de Stroke Unit. De vitale parameters (bloeddruk, hartritme, suikergehalte, temperatuur, slikfunctie) en neurologische toestand worden er gemonitord. 
De Stroke Unit is daarvoor de juiste plek, met gespecialiseerde verpleegkundigen, paramedici en de benodigde knowhow. De oorzaak van de beroerte wordt onderzocht, het herstel wordt in beeld gebracht en er gebeurt een evaluatie door een logopedist, een ergotherapeut, een kinesitherapeut en een diëtist. 

7. Revalidatie 
Ervaart een patiënt ernstige, blijvende uitvalsverschijnselen en is er een vermindering in de zelfredzaamheid, dan volgt een intensieve revalidatie op een revalidatie-afdeling. Het revalidatieprogramma omvat een individueel oefenprogramma toegespitst op patiënten die een beroerte doormaakten. Het doel is om een zo hoog mogelijke zelfredzaamheid en zelfstandigheid in het dagelijks leven te bereiken.

8. Verdere opvolging 
Drie maanden na ontslag volgt de neuroloog de patiënt verder op. Er wordt gekeken of er bijkomende onderzoeken, revalidatie, medicatie of behandeling nodig is.